
De COVID-pandemie is inmiddels voorbij, maar toch spreek ik (Lotte) Christine Vermeulen via een Zoom meeting. Een bezoek aan Innsbruck, waar ze momenteel werkt, zat er helaas niet in. Enthousiast en passievol vertelt Christine over haar persoonlijke leven en carrière, maar ook over de bijzondere mensen die zij in deze jaren heeft ontmoet. Haar indrukwekkende pad voerde haar van een drukke geneeskundestudent naar PhD-kandidaat, skileraar, AIOS gynaecologie, AIOS chirurgie, tot militair chirurg met diverse uitzendingen. Tegenwoordig is ze werkzaam als vaatchirurg in Innsbruck. Hoe kijkt Christine terug op deze jaren en wat kunnen wij uit haar verhaal meenemen?
Opgroeien
Als kind was Christine al geïnteresseerd in en geïntrigeerd door alles wat te maken had met oorlog en militairen. Ze keek films over concentratiekampen, las boeken over de oorlog en met een militair als vader was het niet vreemd dat ze commando wilde worden. Deze interesse kwam steeds terug en inmiddels is Christine, samen met haar zusje, vierde generatie militair. “Wij zijn met een duidelijke militaire invloed opgevoed en opgegroeid. Ik heb altijd een plicht gevoeld en motivatie gehad om ook bij te dragen aan vrede en veiligheid. We hebben thuis geleerd dat dat niet vanzelfsprekend is. In Nederland moet je dat echt een beetje leren, want het leven is daar zo goed en zo veilig. Dat de vrede en veiligheid niet overal zo vanzelfsprekend is, dat wéét het grootste deel van de mensen verstandelijk wel, maar het is toch anders dan het echt te beseffen.”

Studententijd
Christine wilde dus niet altijd al arts worden, maar uiteindelijk koos ze voor geneeskunde. Haar studieperiode was vooral heel leuk door de dingen die ze ernaast deed, zoals hockeyen bij Klein Zwitserland Dames 1 en activiteiten bij een studentenvereniging. Wat betreft de studie was ze vooral aanwezig bij de verplichte uren, zoals practica. Het eerste jaar sloot ze af met 11 studiepunten, net boven het minimale wat toen nodig was. Deels kwam dit doordat de studie aan het begin enigszins teleurstellend was: “Ik wilde dokter worden en het klinische stukje wat er nu in de studie geneeskunde zit, was er toen nog niet. Het ging in eerste instantie om de basis, anatomie, fysiologie, etc. Dat vind ik nu juist ook heel leuk, om alles precies te snappen. Maar toen zag ik vooral uit naar het klinische deel. Daarom vond ik bijvoorbeeld de verpleegstage heel erg leuk: ik kon eindelijk met patiënten werken.”
Later in haar studie deed ze onderzoek bij de Pathologie/Gynaecologie, waar ze postdoctoraal begon met een promotieonderzoek over cervixcarcinomen en HPV. Het was een fundamenteel onderzoek, waarvoor ze veel tijd in het lab doorbracht. Hierna startte ze aan het klinische deel van de opleiding: de coschappen. Ze vond alle vakken leuk, met als enige aantekening dat de hoeveelheid knijpbeestjes aan de kindergeneeskunde stethoscopen haar wat te veel werden. Uiteindelijk besloot ze dat ze gynaecoloog wilde worden. “Aan de gynaecologie vond ik leuk dat je alles voor je patiënt zelf kon doen en de variatie aan gebieden: fertiliteit/endocrinologie, opereren in de oncologie en algemene gynaecologie en de verloskunde natuurlijk.” Terwijl ze in de winters als skileraar in de bergen in Oostenrijk stond, rondde ze in de zomers haar PhD af. Het plan was om gynaecoloog te worden, dus ze ging op zoek naar een plek om als ANIOS te werken om vanuit deze positie te solliciteren voor de opleiding. Dit werd Delft, omdat het een opleidingsziekenhuis van Rotterdam én Leiden is en de gynaecologie bij het Reinier de Graaf behoorlijk chirurgisch is (wat haar aantrok). “Nog voordat ik in Rotterdam kon solliciteren, werd ik in Leiden aangenomen voor de opleiding Gynaecologie. Tijdens dat eerste jaar als AIOS Gynaecologie merkte ik dat ik nog steeds als militair in oorlogsgebieden wilde bijdragen. Als gynaecoloog is dat wat minder logisch. Toen heb ik met mijn opleider gepraat en aangegeven dat ik overwoog te stoppen om trauma- en militair chirurg te worden. Zij zei dat ik moet doen wat voor mij het beste is: ‘Wij vinden het jammer, maar daar gaat het niet om, je moet een goede beslissing voor jezelf nemen’ beargumenteerde zij.” Vanuit haar opleider werd Christine ondersteund om de verschillende mogelijkheden te onderzoeken. Zij sprak met de Heelkunde opleider die een snuffelstage in een groot traumacentrum voorstelde en zij initieerde gesprekken met zowel vrouwelijke als mannelijke traumachirurgen en met gynaecologen die tropenarts waren geweest in Afrika. Na alle stages en gesprekken is Christine gestopt met de opleiding Gynaecologie en na een korte periode als ANIOS chirurgie in opleiding gekomen in Amsterdam in het Zaans Medisch Centrum en VU Medisch Centrum. In het eerste jaar solliciteerde ze bij defensie voor een trainers positie als militair chirurg. “Ondanks dat ik zo jong was, vonden ze het toch een goed idee, omdat ik als assistent midden in de Chirurgie stond en daarnaast veel onderwijs- en trainingservaring had. Op deze positie hadden ze vaak mensen die rondom hun pensioen zitten, de andere kant leek hen veel relevanter.” Al in het eerste jaar van de opleiding chirurgie was Christine reservist militair chirurg en deed oefeningen, trainingen en korte trainingsuitzendingen. In plaats van direct beroeps-militair chirurg te worden na het afronden van de opleiding is ze eerst een jaar naar het academisch ziekenhuis van Hamburg gegaan om “daar in een ander land in een andere cultuur meer volwassen te worden in de vaatchirurgie.”
De hoofdreden om militair te worden, is omdat ze graag wat wilde bijdragen aan vrede en veiligheid. Na diverse uitzendingen voor Defensie heeft ze er op een gegeven moment voor gekozen om voor Artsen Zonder Grenzen en het Internationale Rode Kruis te worden uitgezonden. “Ik was inmiddels getraind in verschillende richtingen, waardoor ik veel kon bieden in de chirurgische damage control in oorlogs- en conflictgebieden. Tijdens de NATO missie in Afghanistan 2001-2014 hadden onze militair medische teams het druk. Sindsdien zijn de missies voor de chirurgische teams relatief rustig. Ik wilde graag mijn skills inzetten voor slachtoffers van oorlog en conflict en, daar waar ik kon, bijdragen.”
Indrukwekkende momenten
Als ik aan Christine vraag wat de meeste indrukwekkende momenten zijn geweest in de afgelopen jaren, zegt ze “Dat vind ik moeilijk om te beantwoorden. Er waren zoveel indrukwekkende momenten, en niet alleen in de oorlog, hoor.” Zelf had ik stiekem verwacht dat het juist een moment tijdens een uitzending voor Defensie zou zijn, maar ze zegt “Wat we in Nederland meemaken kan ook heel ingrijpend zijn. In oorlogsgebieden zijn de aantallen groter, is er sprake van geweld en kan er ook gevaar voor het medisch team zijn. En die combinatie heeft natuurlijk een grote impact.” Een indrukwekkend moment als eerstejaars tijdens de verpleegstage in Nederland: “Ik zorgde voor een patiënte met een ovariumcarcinoom en zij vroeg of ik bij de operatie kon zijn. Tijdens de operatie bleek de kanker gemetastaseerd, waardoor er verder niets werd gedaan. Terug op de kamer, merkte de patiënte dat de operatie korter was dan verwacht en vroeg of ik bij het gesprek met de arts aanwezig was, waarin ze te horen zou krijgen dat de kanker was uitgezaaid en er geen behandeling meer mogelijk was. Ze was er duidelijk door aangedaan en toen heb ik met haar gepraat en haar teruggebracht naar haar kamer. Daarna ben ik zelf gaan huilen op de wc.” Ook andere dingen in Nederland waren indrukwekkend, zoals ouders vertellen dat hun 19-jarige zoon waarschijnlijk veel schade zou overhouden aan een neurotrauma na een scooterongeluk. “Soms komt onverwacht iets veel harder aan.”
Kort vertelt ze over haar uitzendingen als militair in Afghanistan, Irak en Mali: “Daar zie je meerdere slachtoffers aankomen, van een raketinslag bijvoorbeeld. Dan is het gewoon druk en moet je dingen doen. Die setting is natuurlijk indrukwekkend. En de slachtoffers zijn niet alleen militair, wat confronterend is. Op zo’n moment merk je dat je als chirurgisch team handelt. Iedereen doet wat er gedaan moet worden en waarvoor we getraind zijn. Belangrijk is om achteraf een debrief te doen, zowel binnen jouw eigen team als met alle militaire deelnemers. De verbinding in een militair team is heel sterk: I have your back and we leave no man behind.”
De periode die heel veel indruk heeft gemaakt op Christine is de uitzending voor Artsen Zonder Grenzen naar de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR), omdat alles daar zo zonder hoop is. “Het is een van de armste landen ter wereld, maar niemand hoort er veel over. De meeste landen zijn niet geïnteresseerd, omdat het geen invloed heeft op ons leven en op onze economie. Zij hebben daar eigenlijk niks, behalve rebellen, Wagner en regeringstroepen die allemaal even erg zijn. (Groeps)verkrachtingen zijn aan de orde van de dag. Er is veel vrouwen- en kindermishandeling, misbruik en verkrachting. Het stamhoofd van een dorp reageert dan op de vraag ‘hoe komt het dat de getallen in uw dorp zo hoog zijn in vergelijking met andere dorpen qua vrouwenmisbruik’ met ‘Als ze zich niet gedragen dan kunnen ze daar de consequenties van zien’. Als je een stamhoofd dit hoort zeggen, denk je: dit wordt dus niks.”
“Er zijn zoveel verhalen met dingen die zo ver van onze cultuur zijn.” Een voorbeeld dat Christine hiervan geeft, is een meisje van 12 jaar in CAR dat 9 maanden eerder door een groep mannen is verkracht. Toen haar ouders naar de politie gingen, werden zij in de gevangenis gezet, omdat de daders regeringssoldaten bleken te zijn. Na hun vrijlating kwamen ze met hun dochter naar het ziekenhuis. Het meisje liep kreupel als gevolg van een vastgegroeide bekkenfractuur met nu een beenlengte verschil. “Dat kon ik natuurlijk niet meer corrigeren. In Nederland is dat al lastig, maar is een gecompliceerde behandeling vaak mogelijk. In zo’n land heb je geen kans. Wat het meisje heeft meegemaakt, de lege blik in haar ogen, dat breekt je hart. Ze moest deze situatie overleven en dat heeft ze gedaan door zich van haar leven te dissociëren. In dit soort landen heb je geen uitzicht dat dit beter gaat worden. Het is hopeloos en je bent eigenlijk machteloos.” Een ander voorbeeld is een meisje van 15 jaar dat met tweedegraads brandwonden op haar billen, bovenbenen en onderrug kwam. “Ze was de ‘derde’ vrouw in een voor daar gebruikelijke polygamie en ze was de week daarvoor bevallen. De ‘eerste’ vrouw was jaloers op haar, omdat ze nu ook een kind had. Toen heeft zij haar in een pan met kokend water geduwd.” Christine was hier de enige snijdend specialist, dus deed ook onder andere de gynaecologie, urologie en kaakchirurgie. Binnen de spoed gynaecologie ging het met name om sectio’s en geruptureerde ectopische zwangerschappen. Het kwam geregeld voor dat ze een sectio deed bij een meisje van bijvoorbeeld 15 jaar die de 3e of 4e vrouw was van een man die natuurlijk al lang geen 15 jaar meer is. “Dat zijn legaal gemaakte, chronische verkrachtingen. Het enige wat ik kan doen is de patiënte zo goed mogelijk opereren en proberen een gezond kind op de wereld te brengen.”
“Je moet tijdens deze uitzendingen vooral de kleine winst nemen en niet denken dat je de wereld gaat of kan verbeteren. Of daarop wachten. Dit was de meest ingrijpende, maar ook mijn dierbaarste uitzending. De mensen daar zijn zo fantastisch. Ze zijn altijd vrolijk, ze hebben het nooit over problemen, ze kijken gewoon naar wat er nodig is.” Dat bleek wel toen er materiaalproblemen waren. Voor fracturen had Christine alleen gips tot haar beschikking en een fixateur externe in 1 maat, geen plaatjes of schroefjes. Toen had ze op een gegeven moment 6 weken lang geen gips. “Mijn operatiebroeder, een topper, was even weg en kwam een halfuur later terug met zijn armen vol gips. Hij zei ‘ik had vorige week gezien dat de kast op de kamer van de ziekenhuisdirecteur vol gips lag en ik dacht “hij heeft dat nu niet nodig”. Dus dat heb ik even verplaatst.’ En ze worden je vrienden voor het leven, ze zijn zo trouw en loyaal.”
Gelukkig zijn
Hard werken heeft altijd centraal gestaan in het leven van Christine en dat dit succesvol was, is fijn. Maar geluk ziet ze niet in prestaties: “Uiteindelijk denk ik dat je gelukkig wordt van andere dingen. Dat is makkelijk zeggen als je veel bereikt hebt, maar je wordt gelukkig van vriendschap, liefde en goede gezondheid.” Trots is zeker geen drijfveer voor haar, ze denkt hier niet veel over na: “Ik ben tevreden dat ik altijd hard heb gewerkt en nog steeds hard werk. Waar ik trots op ben, is dat ik altijd het beste uit mezelf en de situatie wil halen. Dat heeft veel gebracht en daar ben ik blij om.”
Zelf is ze opgegroeid in een milieu waar prestaties belangrijk zijn. Toch vindt ze dat het veel meer gaat om wat je erin stopt aan intentie, aan hard werken en aan oprechtheid. Dit probeert ze arts-assistenten ook mee te geven, want het is belangrijk om daaraan vast te houden, ook in de keuze voor bijvoorbeeld een specialisme. Ze heeft genoeg jonge collega’s gezien die vonden dat ze chirurg moesten worden, maar eigenlijk meer een externe motivatie hadden. “Uiteindelijk is een externe motivatie gewoon niet goed. Het kan best zijn dat het je dan toch lukt, maar dat is uiteindelijk niet wat je voldoening of geluk brengt. Het is fijn om dat zo vroeg mogelijk door te hebben, want dat kan je een hoop ellende en stress besparen.”
Rolmodel
Eerst was het wennen dat ze gezien werd als rolmodel, want “daar was ik nog veel te jong voor”, maar Christine vindt het belangrijk dat jonge collega’s zich gesteund of geïnspireerd voelen. “Het zijn vaak vrouwen die zoiets tegen me zeggen. Voor mannen is het misschien minder gebruikelijk zich op deze manier te uiten. Inmiddels word ik individueel en voor grotere groepen gevraagd om af en toe wat uit de doeken te doen of te begeleiden. Op mijn nieuwe werkplek heeft een assistent mij als mentor gekozen en in Engeland werd ik uitgenodigd om te praten voor alle AIOS chirurgie over mijn loopbaan en hoe je als vrouw ook je hart mag en kan volgen.” Het was best een lastige vraag om te beantwoorden hoe ze dat dan heeft gedaan. Voor Christine was het geen bewuste keuze: “Wij zijn met 4 kinderen thuis, 3 meiden en een jongen. Mijn ouders zijn beide professioneel succesvol, mijn vader is advocaat en mijn moeder was psycholoog-psychotherapeut. Zij heeft het voorbeeld gegeven van een sterke vrouw met 4 kinderen en een carrière. Voor ons en mijn beide ouders was het vanzelfsprekend dat we gingen doen wat we wilden, zonder aanziens des persoons. Bij andere uitnodigingen om wat te vertellen, is er niet de nadruk op het sekseverschil. Ik mocht bijvoorbeeld mijn verhaal als militair chirurg delen met een groep van 60 traumachirurgen en orthopeden en hen heb ik meegenomen langs alle mensen die mij in mijn leven hebben geïnspireerd.”
Werk-privé balans
Ze heeft dus haar hele leven hard gewerkt, maar ik ben heel benieuwd of ze daar veel in de privésetting voor heeft moeten opofferen. Christine vertelt dat ze altijd veel dingen naast elkaar heeft gedaan. Ze heeft geen gezin, maar wel een hond, haar grote liefde Dex (en eerder Sam). En daar moet je veel voor organiseren. Het streven naar een bepaalde carrière heeft geen negatieve invloed gehad op de dingen in het persoonlijke leven. “Maar het is natuurlijk zo dat mijn leven me op bepaalde momenten op bepaalde plaatsen heeft gebracht, net als bij iedereen. Als je het geijkte pad bewandelt, kom je anderen tegen dan op een plek ver van huis. Mijn huidige vriend ben ik tegengekomen in Zuid-Sudan. Hem was ik niet tegengekomen als ik in Nederland was gebleven en een meer traditionele medisch specialisten carrière had gevolgd.”
Tip voor jonge dokters
Eerder hebben we het al gehad over hoe Christine graag jonge dokters wil inspireren en bemoedigen om keuzes te maken waar ze écht blij van worden, wat ze écht willen en wat hen intrinsiek motiveert. Dit is een deel van het advies dat ze wil geven: “Ga echt bij jezelf te rade, wat wil jij, wat past bij jou? Dat is zo belangrijk, want het vak is zwaar genoeg met onregelmatige en lange werktijden en alles wat we meemaken in het ziekenhuis. Uiteindelijk maakt het niet zoveel uit of je nu dermatoloog, huisarts, hartchirurg, neuroloog of uroloog wordt, het gaat erom dat je doet wat je leuk vindt. Want ook als het drukker of lastiger is, heb je met de juiste keuze voor jou de energie die je nodig hebt. Natuurlijk kan je soms druk voelen, want de studie duurt best lang en dan wil je misschien zo snel mogelijk ergens een voet aan de grond hebben. Maar laat je niet opjagen en neem de tijd om goed te kiezen.”
Zelf heeft ze een soortgelijke keuze gemaakt. Toen ze bijna klaar was met de coschappen werd ze opgebeld door de professor gynaecologie die haar een baan aanbood. Haar eigen plan voor de winter na de coschappen was om een andere passie te volgen: skileraar worden. Deze kans kon het verkrijgen van een begeerde Gynaecologie opleidingsplaats vergroten. Maar Christine vertrouwde op haar eigen overtuiging en kunnen en besloot de baan niet aan te nemen. Ze vertelde eerlijk aan de gynaecoloog waarom. Hij reageerde met ‘Je mag het niet doorvertellen, maar ik denk dat je de juiste beslissing neemt.’ Ze is nog steeds blij met haar keuze toen. “Ik werd skileraar. Maar het maakt niet uit wat je doet. Je hoeft echt geen scholen in Afrika te gaan bouwen – wat natuurlijk wel mag – je mag ook gaan fietsen of om de wereld zeilen. Stap even uit de rat race en geef je zelf de mogelijkheid om te bedenken wat je wil. Blijf bij jezelf, onderzoek je intrinsieke motivatie, werk hard en de rest komt goed. Het is belangrijk dat je echt je hart volgt en doet wat bij je past.”
Dromen
Momenteel werkt ze met veel plezier als vaatchirurg op een hele leuke plek in Innsbruck en ook binnen de algemene chirurgie in een klein militair hospitaal. Ze heeft de laatste paar jaar geen uitzendingen gedaan en hoe de toekomst er precies uit ziet, weet ze nog niet: “Dromen voor de toekomst, daar ben ik altijd een beetje slecht in, want ik heb al zoveel dromen voor vandaag.” Daarnaast zijn er vooral logistieke uitdagingen: haar familie woont in Nederland en haar partner in Zuid-Afrika. Hij is momenteel voornamelijk op uitzending, nu in Gaza. Zelf is ze gevraagd om ook naar Gaza te gaan, wat misschien een optie is: “Ik ben nu wel weer aan het kijken om bij te dragen daar waar het leven veel ellendiger is. Het zou zomaar kunnen dat de toekomst uiteindelijk verder gaat in Zuid-Afrika, maar dat is op dit moment nog lastig te zeggen.” Uiteindelijk draait het altijd om de kleine dingen die groot zijn: “Ik hoop gewoon dat ik lang gezond en fit blijf, dat het met mijn familie en vrienden goed gaat en dat ik hen zo veel mogelijk kan zien.”
Mijn hakken en de poten van mijn hond, zo grappig!

Reactie schrijven